BOTS


INLEIDING

Je gaat deze BOTS-Vragenlijst invullen voor een kind, een jongere of een volwassen VB-cliënt met een (verstandelijke ontwikkelings-)leeftijd vanaf 6 jaar. De BOTS bestaat uit 4 onderdelen (A1, A2, B1 en B2), die samen in één sessie moeten worden ingevuld. Geen enkel gegeven van jou wordt opgeslagen op deze website. Aan het eind van de vragenlijst kun je een visueel beeld (de ‘Interactiewielen’) downloaden als PDF-bestand en je cijfermatige gegevens als een IAS-bestand. Een opgeslagen ias-bestand kun je alléén weer openen met dit programma of met een ander BOTS-programma van Interactiewijzer. Zowel pdf- als ias-bestand kun je verder naar eigen inzicht gebruiken. Bijvoorbeeld als bespreekinstrument met collega's als je in Jeugdhulp, Onderwijs of VB-Zorg werkt. Of je verzendt de bestanden volgens afspraak naar bijvoorbeeld je begeleider, gedragsdeskundige of supervisor. Ga nu hieronder naar 'PERSOONSGEGEVENS'.

.IAS BESTAND OPENEN

Wil je met dit programma het IAS-bestand van een eerder ingevulde BOTS-vragenlijst openen? Klik dan op 'Bestand Kiezen' om een reeds opgeslagen .ias bestand te selecteren. Klik daarna op de knop Upload .ias.

.IAK BESTAND OPENEN

Wil je met dit programma het IAK-bestand van een eerder ingevulde BOTS-JOKI omzetten in een IAS-bestand? Klik dan op 'Bestand kiezen' om een reeds opgeslagen iak-bestand te selecteren. Klik daarna op de knop Upload .iak. Vervolgens kun je helemaal onderaan deze vragenlijst de IAS-versie van je bestand downloaden.


PERSOONSGEGEVENS

Vul eerst het formulier met persoonlijke gegevens in. Vul dan de volledige vragenlijst in. Tot slot download je al je gegevens in TWEE bestanden: je Interactiewielen in een pdf-bestand en je cijfermatige gegevens als ias- of iak-bestand.










↑ Vul de ontbrekende gegeven(s) in, of upload een .ias bestand.

VRAGENLIJST

ONDERDEEL A1: RELATIE van dit KIND → met JOU

Er volgen nu 32 uitspraken over hoe het kind met jou omgaat. Bij elke uitspraak kun je een inhoudelijke toelichting oproepen. Met het aanklikken van één van de vijf antwoordmogelijkheden geef je aan welk antwoord van toepassing is. 'normaal' = komt voor in situaties waar dat nodig is


  1. Leeft zich in mij in.
    Toelichting


  2. Op zijn/haar hoede bij mij.
    Toelichting


  3. Stelt eisen aan mij.
    Toelichting


  4. Stelt zich bescheiden naar mij op.
    Toelichting


  5. Moedigt mij aan en ondersteunt mij.
    Toelichting


  6. Stelt zich terughoudend op.
    Toelichting


  7. Accepteert kritiek van mij.
    Toelichting


  8. Vertrouwt op eigen oordeel.
    Toelichting


  9. Heeft persoonsgerichte kritiek op mij.
    Toelichting


  10. Geeft mij advies.
    Toelichting


  11. Benadrukt de positieve kanten van mij.
    Toelichting


  12. Stelt zich afhankelijk op naar mij.
    Toelichting


  13. Geeft mij de ruimte.
    Toelichting


  14. Laat zien boos te zijn op mij.
    Toelichting

    N.B. Het betreft kwaadheid op jou!



  15. Wil van mij winnen.
    Toelichting


  16. Plaatst kanttekeningen: ‘Ja, maar ...’.
    Toelichting


  17. Stelt zich gelijkwaardig aan mij op.
    Toelichting

    N.B. Het kind gaat dan geen (echte) strijd met jou aan!



  18. Is zorgzaam voor mij.
    Toelichting


  19. Doet wat ik vraag.
    Toelichting


  20. Grenst zich af door te zwijgen.
    Toelichting

    N.B. ‘Hooghartige’ zwijgzaamheid wordt hier NIET bedoeld.



  21. Toont ontevredenheid over mij.
    Toelichting


  22. Bijt van zich af t.o.v. mij.
    Toelichting


  23. Organiseert en regelt voor mij.
    Toelichting


  24. Toont teleurstelling over mij.
    Toelichting


  25. Stelt zich afwachtend op.
    Toelichting


  26. Wijst mij op fouten die ik maak.
    Toelichting

    N.B. Het gaat het kind hier meer om je inhoudelijke fouten, minder om jouw ‘foute’ persoonlijkheidskenmerken!



  27. Wil mij overtuigen met de beste bedoelingen.
    Toelichting

    N.B. Het kind heeft het beste met jou voor, zoekt geen strijd!



  28. Stelt zich kwetsbaar op.
    Toelichting


  29. Kijkt de kat uit de boom.
    Toelichting


  30. Houdt zich aan regels, die ik stel.
    Toelichting


  31. “Aanval is de beste verdediging”.
    Toelichting


  32. Trekt zich terug.
    Toelichting



ONDERDEEL A2: RELATIE van JOU → met dit KIND

Er volgen nu 8 uitspraken die betrekking hebben op wat het kind bij jou oproept, waartoe je in eerste instantie geneigd bent. N.B. Het gaat er dus NIET om of je in werkelijkheid altijd zo reageert. Bij elke uitspraak kun je een inhoudelijke toelichting oproepen. Met het aanklikken van één van de drie antwoordmogelijkheden geef je aan in hoeverre de uitspraak van toepassing is.


  1. Je neigt ertoe dit kind als volgzaam te zien.
    Toelichting


  2. Je neigt ertoe met dit kind de strijd aan te gaan.
    Toelichting

    N.B. ‘Strijd’ om het kind emotioneel te bereiken of om het te activeren wordt hier NIET bedoeld!



  3. Je neigt ertoe dit kind te ‘bemoederen’.
    Toelichting


  4. Je neigt ertoe 'bijval' bij dit kind te zoeken.
    Toelichting


  5. Je neigt ertoe geïrriteerd en afwijzend te reageren op dit kind.
    Toelichting


  6. Je neigt ertoe dit kind uit de put te halen.
    Toelichting


  7. Je neigt ertoe zaken aan dit kind over te laten.
    Toelichting


  8. Je neigt ertoe dit kind te straffen.
    Toelichting



ONDERDEEL B1: RELATIE KIND → ANDERE KINDEREN (de groep)

Er volgen nu 32 uitspraken over hoe het kind omgaat met andere kinderen (met de groep). Bij elke uitspraak kun je een inhoudelijke toelichting oproepen. Met het aanklikken van één van de vijf antwoordmogelijkheden geef je aan welk antwoord van toepassing is. 'normaal' = komt voor in situaties waar dat nodig is


  1. Leeft zich in andere kinderen in.
    Toelichting


  2. Op zijn/haar hoede bij andere kinderen.
    Toelichting


  3. Stelt eisen aan andere kinderen.
    Toelichting


  4. Stelt zich bescheiden op naar andere kinderen.
    Toelichting


  5. Ondersteunt andere kinderen.
    Toelichting


  6. Stelt zich terughoudend op.
    Toelichting


  7. Accepteert kritiek.
    Toelichting


  8. Vertrouwt op eigen oordeel.
    Toelichting


  9. Heeft persoonsgerichte kritiek.
    Toelichting


  10. Geeft advies aan andere kinderen.
    Toelichting


  11. Benadrukt de positieve kanten van andere kinderen.
    Toelichting


  12. Stelt zich afhankelijk op t.o.v. andere kinderen.
    Toelichting


  13. Geeft de andere kinderen ruimte.
    Toelichting


  14. Laat kwaadheid zien naar andere kinderen.
    Toelichting

    N.B. Het gaat om kwaadheid op die kinderen zelf!



  15. De inzet is: “winnen”.
    Toelichting


  16. Plaatst kanttekeningen: ‘Ja, maar...’.
    Toelichting


  17. Neemt de leiding in het belang van de groep.
    Toelichting


  18. Is zorgzaam voor andere kinderen.
    Toelichting


  19. Doet wat gevraagd wordt.
    Toelichting


  20. Grenst zich af door te zwijgen.
    Toelichting

    N.B. ‘Hooghartige’ zwijgzaamheid wordt hier NIET bedoeld.



  21. Toont ontevredenheid.
    Toelichting


  22. Bijt van zich af.
    Toelichting


  23. Organiseert en regelt voor andere kinderen.
    Toelichting


  24. Laat teleurstelling blijken.
    Toelichting


  25. Stelt zich afwachtend op.
    Toelichting


  26. Wijst andere kinderen op gemaakte fouten.
    Toelichting

    N.B. Het gaat het kind dan meer om echte inhoudelijke fouten dan om ‘foute’ persoonlijkheidskenmerken! ‘Het speelt de bal, niet de man’.



  27. Wil andere kinderen overtuigen in hun belang.
    Toelichting

    N.B. Het kind heeft ‘het beste met hen voor’, zoekt geen strijd!



  28. Stelt zich kwetsbaar op bij andere kinderen.
    Toelichting


  29. Kijkt de kat uit de boom.
    Toelichting


  30. Houdt zich aan regels van de groep.
    Toelichting


  31. “Aanval is de beste verdediging”.
    Toelichting


  32. Trekt zich terug.
    Toelichting



ONDERDEEL B2: RELATIE ANDERE KINDEREN (de groep) → KIND

Er volgen nu 8 uitspraken over de reacties vanuit de groep op de omgangsstijl van het betreffende kind. Die reacties moeten genuanceerd aangegeven kunnen worden, omdat meestal niet alle groepsleden op dezelfde manier reageren. De groep wordt daarom symbolisch weergegeven als drie figuurtjes. Die figuurtjes kun je in wisselende samenstellingen neerzetten door te klikken op drie verschillende antwoordvakken. Je geeft dus niet alleen aan hóe er gereageerd wordt, maar ook of een minderheid, een meerderheid of de hele groep zo reageert. Je krijgt telkens een omschrijving van het door jou gegeven antwoord. Controleer die omschrijving goed!


  1. Andere kinderen gaan er bij voorbaat van uit dat dit kind wel zal instemmen.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  2. Andere kinderen nemen een ondergeschikte houding bij dit kind aan.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  3. Andere kinderen nemen het initiatief bij dit kind.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  4. Andere kinderen zoeken het aangename gezelschap van dit kind op.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting

    N.B. Dus niet vanwege spanning, sensatie, volgzaamheid of pesten!



  5. Andere kinderen reageren geïrriteerd op dit kind.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  6. Andere kinderen ‘vergeten’ dit kind.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  7. Andere kinderen varen op het kompas van dit kind.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting


  8. Andere kinderen zijn bang voor dit kind.
    niet of nauwelijks
    binnen normale grenzen
    duidelijk

    Jouw antwoord is nu:
    De hele groep reageert binnen normale grenzen zo

    Toelichting



RESULTAAT

Hieronder staan de Interactiewielen. Die zijn het resultaat van jouw invulling van deze BOTS-Vragenlijst. Download die Interactiewielen als PDF-bestand. Download daarna ook je cijfermatige resultaten als IAS- of IAK-bestand. Dat cijfernatige bestand is o.a. belangrijk voor verzending en verdere verwerking. Download dus BEIDE bestanden met de knoppen onderaan in de twee tekstvakken.

A Interactiewiel Kind-Opvoeder

BSSBSOOSOTTOTBBTBovenSamenOnderTegen0+40+40+40+40+40+40+40+4-4-4-4-4-4-4-4-4

B Interactiewiel Kind-Andere Kinderen

BSSBSOOSOTTOTBBTBovenSamenOnderTegen0+40+40+40+40+40+40+40+4-4-4-4-4-4-4-4-4
.PDF BESTAND OPSLAAN

Interaction Compass - BOTS2020 © Verstegen / LodewijksA Interactiewiel Kind-OpvoederB Interactiewiel Kind-Andere KinderenBSSBSOOSOTTOTBBTBovenSamenOnderTegen0+40+40+40+40+40+40+40+4-4-4-4-4-4-4-4-4BSSBSOOSOTTOTBBTBovenSamenOnderTegen0+40+40+40+40+40+40+40+4-4-4-4-4-4-4-4-4NaamLeeftijdIngevuld doorDatum (m)

Klik op 'Download .pdf' om de Interactiewielen te downloaden. Je kunt daarna dit pdf-bestand opslaan, uitprinten en/of e-mailen.

Download werkt niet omdat je bent vergeten de persoonsgegevens in te vullen aan het begin van de vragenlijst.

Download .pdf

.ias bestand opslaan

Klik op 'Download .ias' om je cijfermatige gegevens te downloaden. Je kunt daarna dit .ias-bestand opslaan en/of e-mailen. Zo gaan je gegevens niet verloren. Opgeslagen .ias-bestanden kun je later hier (of met het Windows BOTS-programma) weer openen.

Download werkt niet omdat je bent vergeten de persoonsgegevens in te vullen aan het begin van de vragenlijst.

Download .ias